Rouveen
Kamp Conrad nabij Rouveen (provincie Overijssel) bij het Conradkanaal is een werkkamp dat aanvankelijk bedoeld is om werkloze mannen in de ruilverkaveling aan het werk te zetten. Vanaf 25 april 1942 gebruikt de Duitse bezetter het kamp als tijdelijke buffer voor Kamp Westerbork en moeten de werklozen plaats maken voor Joodse mannen. Joden, voornamelijk uit Amsterdam, maar ook uit Staphorst en Meppel, worden verplicht tewerkgesteld en zo geïsoleerd van hun familie.
In Kamp Conrad hebben in totaal 340 Joodse mannen gewoond. Zij moeten bij Staphorst een weg, de Afschuttingsweg, en een ernaast gelegen sloot aanleggen. Deze weg wordt nu in de omgeving nog de Jodenweg genoemd en de sloot de Jodensloot. Op 3 oktober 1942 (Jom Kipoer / Grote Verzoendag) worden de mannen gedeporteerd naar Westerbork. Van daaruit worden zij naar Oost-Europese vernietigingskampen gestuurd. Slechts vier van hen hebben de oorlog overleefd.
-
26 april 1942
Aankomst in het kamp Rouveen
-
28 april 1942
Witte Overall
-
28 april – 9 augustus 1942
Postadres voor eten
-
28 april – 9 augustus 1942
Kerken schoonmaken
-
28 april – 9 augustus 1942
Kanaal Uitdiepen
-
28 april – 9 augustus 1942
Geld op tafel
-
28 april – 9 augustus 1942
Pap van Olde Harm
-
28 april – 9 augustus 1942
Zondags verlof
-
9 augustus 1942
Bep komt
-
augustus 1942
Strengere regels
-
augustus 1942
Vluchtpoging
-
september 1942
De Aardappeleters
-
2 oktober 1942
Boeren waarschuwen
-
2 - 3 oktober 1942
Onder Arrest
-
2 - 3 oktober 1942
Het laatste ontbijt
-
2 - 3 oktober 1942
Wegvoering
-
2 - 3 oktober 1942
Wegvoering via Zwolle
-
februari 1941 - september 1943
Nederlandse ordebewaarders