Gaskamer

Annaberg
2 – 12 november 1942

De jonge mannen, waaronder ik, werden uit de trein gegooid. De rest ging naar Auschwitz en werd onmiddellijk vergast.

In de zomer van 1941 krijgt kampcommandant Rudolf Höss het bevel te experimenteren met het gifgas Zyklon B. Dat gebeurt in het crematorium in Auschwitz. Zeshonderd krijgsgevangenen uit de Sovjet-Unie en 250 zieke gevangenen worden vermoord. Daarna wordt één van de ruimtes van het crematorium omgebouwd tot gaskamer. In 1941 en 1942 worden daar Russische krijgsgevangenen en Joden uit de Poolse getto’s vergast.

De massale productie van het dodelijke gas wordt aanzienlijk opgevoerd door de bouw van vier grote gaskamers en crematoria in Birkenau in 1943. Deze gaskamers zien er uit als een gewone douche-inrichting. De kleedruimte is er kraakhelder. De slachtoffers moeten zich uitkleden, hun kleding netjes opvouwen en ophangen en de schoenen aan elkaar knopen. In vele talen hangen er bordjes met opschriften die onderstrepen dat het hier een badhuis betreft: 'Houd u schoon' en 'Vergeet uw zeep niet'. Genummerde klerenhangers worden uitgedeeld. Er loopt zelfs een gevangene rond die zich 'Badedirektor’ mag noemen en handdoeken en zeep uitdeelt.

De meeste Nederlandse Joden – bijna 40.000 – worden direct na aankomst in Auschwitz-Birkenau in de gaskamers vermoord.